4.4 Conclusie

Hoofdstuk 4 Confrontatie met de werkelijkheid

De voorgaande hoofdstukken benadrukten hoe belangrijk het is om een probleem of veranderuitdaging tijdig te herkennen en goed te duiden (well-defined of ill-defined).
In dit hoofdstuk boden we een eerste houvast voor de veranderroute door middel van het Adaptive Cycle of Resilience-model (ACoR) en het Amsterdam Resource Managementmodel (ARM). Nu wordt het tijd om daadwerkelijk te gaan veranderen.

Ten aanzien van veranderuitdagingen hebben organisaties te maken met drie belangrijke vragen: moeten we veranderen, willen we veranderen en kunnen we wel veranderen?
De krachten die deze drie vragen oproepen bepalen in welke fase van het ACoR-model een veranderuitdaging zich bevindt of zou moeten bevinden. Verder inzoomend op de verandering is het noodzakelijk een continue fit of afstemming te houden tussen wat strategische belangrijk is en wat daar uiteindelijk in de praktijk de vertaling van wordt.
Uiteindelijk werd bovenal duidelijk hoe belangrijk engineering resilience, ecological resilience en social resilience voor organisaties zijn. Deze drie samen bepalen of een uitdaging tijdig wordt herkend en of de switch naar een nieuwe veranderfase wordt gemaakt.

Alles bij elkaar ligt er een veranderroute die expliciet maakt in welke volgorde veranderingen plaatsvinden en wat dit per veranderfase vraagt van het management. Vraagt dit om een manager die rolbewust stuurt op het equilibrium, of vraagt het om een manager die zijn of haar rol juist bewust creatief invult? Of vraagt het om een balans tussen beide rolinvullingen? In het volgende hoofdstuk gaan we hier verder op in.

Met andere woorden: Zodra het kookproces begint, is het zaak om te weten van welk soort kookproces sprake is. Daarna is het belangrijk om daadwerkelijk tot een samenhangende maaltijd te komen. Dit lijkt simpel maar vraagt van de chef-kok om te kunnen schakelen van de ene fase naar de andere fase.