Hoofdstuk 7 De praktijk
Kooktechnieken
Volgens de logica van het ACoR-model stellen we de volgende vragen:
- Hoe kunnen problemen worden voorkomen?
- Welke opties zijn er om het probleem op te lossen?
- Welke interventie past het best bij de uitdaging?
- Hoe bereiden individu, team of de organisatie zich het beste voor op het oplossen van de gedefinieerde problemen?
Welke probleemoplossende aanpak kunnen/moeten we gebruiken:
• Forecasting-technieken
• Scenario gebaseerd leren
• Contingency-planning
• Analogical reasoning.
Gegeven de veranderuitdaging; hoe ‘diep’ moeten we gaan?
- Moeten we onze ervaringen uit het verleden heroverwegen? Moeten we onze inzichten uit het verleden loslaten?
- Zien we alternatieve kansen? Hebben die kansen potentieel voor de toekomst?
- Kunnen we onze ideeën concreet krijgen? Zodat we de gekozen interventie kunnen opschalen van prototyping naar performing in de praktijk?
Welke mate van resilience is gegeven de veranderuitdaging nodig?
- Vereist de veranderuitdaging engineeringresilience om binnen de bestaande kaders
- en werkwijzen te blijven werken en/of is er ook een noodzaak voor social-resilience, het omgaan met het nieuwe?
- Moeten er dan geheel nieuwe oplossingen worden gevonden? En zijn we dan aangewezen op creativiteit binnen en/of buiten de organisatie.
- Kortom, wanneer moeten we overstappen van werken volgens de traditionele lijnen naar een geheel nieuwe manier van werken? Moeten we onze oude schoenen weggooien voordat we nieuwe hebben?
De rol van kennismanagement
Hoe zeker zijn we over de rol van kennis in het omgaan met onze veranderuitdaging?
Certain
Als het om een veranderuitdaging gaat waarvan het verloop in grote
mate ‘zeker’ is, zijn de doelstellingen duidelijk. De organisatie zal zo snel mogelijk naar een nieuwe evenwichtstoestand moeten worden
gebracht. De nodige kennis hiervoor
is ook min of meer duidelijk. De volgorde van de drie onderscheiden elementen, om kennis op de juiste
manier in te zetten, is dan in dit geval:
- Het vinden van kennis: bepaal waar de noodzakelijke kennis te
vinden is, bepaal de kwaliteit van die kennis en bepaal hoe die
kennis bij elkaar komt. - Communiceren: zorg dan voor afstemming tussen de specialisten.
- Co-creëren.
Voor het identificeren van de probleeminstelling kan Forecasting nodig zijn. En de betrokken medewerker dan? Dit type veranderuitdaging vraagt om een fit tussen de medewerker en de functie.
Risk
Wanneer het echter om een veranderuitdaging gaat waarbij verloop en uitkomsten risicovol te noemen zijn, vraagt het omgaan met en gebruik maken van de voorhanden kennis een andere volgorde, namelijk:
- Communiceren: via communicatie en afstemming wordt bepaald welke kennis noodzakelijk is en of die aanwezig is binnen de organisatie.
- Het vinden van kennis: dan start het proces van het vinden van die noodzakelijk geachte kennis.
- Co-creëren: en daarna start dan het proces van samen naar een oplossing werken.
Omdat bij dit type veranderuitdaging de aard van het probleem niet volledig bekend is, zijn verloop en uitkomsten risicovol en is een oplossing niet meteen beschikbaar. Door analogieën te identificeren, kan worden geprofiteerd van oplossingen die eerder succesvol waren. Deze aanpak is gebaseerd op gezamenlijk ondernemerschap. En de betrokken medewerker dan? Dit type veranderuitdaging vraagt om een fit tussen de medewerker en de organisatie.
Uncertain
Als we de aard van de veranderuitdaging niet kennen, dan spreken we (in het ACoR-model) van een crisis: er is sprake van een grote
mate van onzekerheid over aanpak, verloop en uitkomsten. De traditionele probleemoplossingsbenaderingen werken dan niet meer. Dit type veranderuitdaging vereist scenarioanalyses en een contingentiebenadering, gekoppeld aan een fit tussen persoon en zijn of haar toekomst.
- . Co-creëren: de vereiste kennis is nog niet bekend en experimenteren via pilots enzovoort of misschien zelfs gewoon wat doen in de praktijk, is misschien de enige manier om met de situatie om te gaan.
- Communiceren: monitoring en communicatie zijn dan cruciaal.
- Het vinden van aanvullende kennis: zodra er meer zicht komt op de veranderuitdaging, wordt (dan pas) duidelijk welke aanvullende kennis nodig is.