7.3 Het kiezen en operationaliseren van de interventie

Hoofdstuk 7 De praktijk

Het kiezen van de interventie

Nadat een lijst met mogelijke nieuwe oplossingen is ontwikkeld, moet er een keuze worden gemaakt. Wanneer er een bepaalde oplossing is, zijn de opties voor de keuze eenvoudig: oorzaak-gevolgrelaties zijn duidelijk, het kiezen gaat over het categoriseren of analyseren van de resultaten en beslissen wat in die situatie goed is om te doen.

De situatie waarbij sprake is van risico’s of zelfs van onzekerheid is een stuk ingewikkelder.

• Is de uitkomst van de verschillende interventies voorspelbaar?
• Kan de complexiteit teruggebracht worden tot ‘zekerheid’?


In een dergelijk ingewikkelde context komen vaak allerlei extra krachten los: plotseling nieuwe visies, simpelweg de behoefte van een systeem of de leidende coalitie om de controle te behouden, of organisatiepolitiek en macht. Allemaal oorzaken die ervoor kunnen zorgen dat er geen ruimte komt voor een succesvolle interventie.
Uiteindelijk spelen natuurlijk ook intuïtie en emoties een belangrijke rol in het besluitvormingsproces. Toekomstig succes kan nauwelijks in het heden worden bewezen.

Het operationaliseren van de interventie

Zodra de keuze voor een interventie is gemaakt, moet er aandacht komen voor het operationaliseren daarvan. Dat betekent een vertaalslag naar acties en naar wie dat in de organisatie gaat doen.

• Wie zou erbij betrokken moeten zijn?
• Wat voor soort manager is nodig?

De kern van de oplossing ligt bij de human factor:
teams en hun managers bepalen het proces om tot oplossingen te komen.

• Zij analyseren de uitdaging op basis van hun kennis, ervaringen en gevoelens.
• Zij ontwerpen mogelijke oplossingen, en
• Nemen de noodzakelijke
beslissingen.