8.5 De rol van een universiteit in de hedendaagse samenleving

Hoofdstuk 8 The proof of the pudding is in the eating

De casus onderzoeken binnen het traditionele waardemodel

De maatschappelijke positie van universiteiten wordt op geen enkele manier in twijfel getrokken. Het is voor iedereen duidelijk dat de samenleving voortdurend moet investeren in kennisontwikkeling en daarmee in universiteiten. Dat kan de maatschappij helpen de toekomst vorm te geven voor onszelf en voor onze kinderen. Gezien de dynamische
ontwikkelingen in de samenleving, kan het belang van deze rol niet worden overschat.
Tot zover niets mis, zo lijkt het.

De ontwikkelingen in de wetenschap verlopen razendsnel. Commerciële onderzoekspartijen zijn zo groot geworden dat ze een veelheid aan middelen voor wetenschappelijk onderzoek kunnen vrijmaken in vergelijking met universiteiten.

Denk bijvoorbeeld aan wat in de VS de Frightful Five (Amazon, Apple, Facebook, Google, Microsoft) wordt genoemd. Met hun financiële macht kopen ze alle excellente onderzoekers van de universiteiten. De keuze voor welk onderzoek noodzakelijk wordt
geacht, is voornamelijk gebaseerd op winstgerichte argumenten.
Een duidelijk profiel van een algemene universiteit (essentieel
om studenten aan te trekken) is vaak alleen mogelijk en zinvol door
uitgebreide specialisatie. Als dat lukt, wordt zo’n universiteit een
permanente kennisplaats over dat specifieke onderwerp en kan zij
nog steeds een sterke positie verwerven.

Een dergelijke incrementele ontwikkeling doormaken zou een praktische aanpak kunnen zijn om als universiteit zich toch te onderscheiden en uit te blinken. Door deze evolutionaire ontwikkeling kan de universiteit echter de link met de echte maatschappelijke uitdaging verliezen. Gokken op het verkeerde paard door het onderzoeksgebied te verkleinen kan een gevaarlijke operatie zijn. Onder de dwingende omstandigheden van hedendaagse maatschappelijke ontwikkelingen is het kiezen van een specialisme zowel een noodzaak als een risico – hoe gespecialiseerder, hoe groter de kans om irrelevant te worden.

Naar een ander waardeparadigma

Vanuit een maatschappelijk oogpunt is er echter ook een sterke behoefte aan multidisciplinair onderwijs, gebaseerd op de problemen die zich voordoen in de
steeds veranderende samenleving. Dit leidt automatisch tot een behoefte aan multidisciplinaire methoden.

De hierboven beschreven focus van veel universiteiten op hooggespecialiseerd en fundamenteel wetenschappelijk onderzoek om zich te onderscheiden
van marktpartijen, kan de mogelijkheden voor bruggenbouwers
tussen wetenschappelijke branches gemakkelijk beperken.


Het aantal mensen dat wordt getraind om verschillende specialisten bij elkaar te brengen komt steeds meer onder druk te staan.

Een keuze op basis van de kracht van de algemene universiteiten lijkt dan duidelijk.
We zien dat er veel mogelijke scenario’s zijn om de uitdaging, zoals hierboven vermeld, aan te pakken:

  • Probeer trainingsprojecten op te zetten die zich richten op het vervullen van de brugfunctie tussen disciplines. Algemene universiteiten zijn door hun aard veel breder dan commerciële onderzoeksinstituten.
  • Begrijp de maatschappelijke verlangens op het gebied van levenslang leren en trek een aanzienlijk groter deel van deze behoeften naar de universiteiten.
  • Stel contractonderzoek centraal om sociale partijen de mogelijkheid te bieden om lock-in bij de commerciële bedrijven te voorkomen.

De context vereist een strategische focus: de problemen van de universiteit zijn niet al te ingewikkeld en vormen geen directe bedreiging voor de toekomst.

Wat we schetsen in deze casus, is volgens onze redenering een relatief goed gedefinieerd probleem in een overwegend ‘zekere’ context. Well-defined en Certain. Voor het beantwoorden van deze uitdaging is echter een out-of-the-box gedachte vereist. Aan de rechterzijde van het ACoR-model dus, onderin de U (Theory U) wetende dat er veel meer vanuit een netwerkparadigma (Groen in combinatie met Geel) gewerkt zal moeten worden. Helaas is out-of-the-box denken niet een natuurlijke gewoonte van het gemiddelde universiteitsbestuur omdat het tot op heden ook niet nodig was om te kunnen overleven. Bovendien zijn de (financiële) druk van overheid en (inter) nationale accreditatieinstellingen, zowel van onderzoek als onderwijs, een effectieve belemmering om de toekomst fundamenteel te heroverwegen. Alle kans dat men aan de linkerzijde van het ACoR-model blijft acteren, vertrouwend op de alom en tot dan bewezen paradigma’s.
Het belang om tot een echt besluit te komen neemt allengs toe.
Kennis en kennisdeling zijn kwesties waar een universiteit groot in is.

De focus is dan vooral op kennisontwikkeling en kennisdeling
naar de maatschappij. Maar de nieuwe eisen vanuit de maatschappij vergen veel meer flexibiliteit en inspelen op
de behoeften vanuit de veranderende omgeving. Overleg vormt dan de basis voor sturing. Daarnaast blijft natuurlijk kennisontwikkeling en kennisverwerving cruciaal om zo in staat te zijn de uitdagingen van de toekomst aan te kunnen gaan.